voegde aaneen
Néerlandais
Forme de verbe
voegde aaneen \Prononciation ?\
- Première personne du singulier du prétérit de aaneenvoegen.
- Deuxième personne du singulier du prétérit de aaneenvoegen.
- Troisième personne du singulier du prétérit de aaneenvoegen.