onderbreken
Néerlandais
Étymologie
Verbe
| Présent | Prétérit | |
|---|---|---|
| ik | onderbreek | onderbrak |
| jij | onderbreekt | |
| hij, zij, het | onderbreekt | |
| wij | onderbreken | onderbraken |
| jullie | onderbreken | |
| zij | onderbreken | |
| u | onderbreekt | onderbrak |
| Auxiliaire | Participe présent | Participe passé |
| hebben | onderbrekend | onderbroken |
onderbreken \ˌɔn.dərˈbreː.kən\, \ˌɔn.dərˈbreː.kə\ transitif
- Interrompre.
Bijkomende beoordelingsfactoren die ertoe leidden om de opleiding te onderbreken, waren het gebrek aan Congolees medisch materieel en medisch gevormd personeel, de onvoldoende financiële armslag om de rekruten drie maaltijden per dag aan te bieden en bovenal de afwezigheid van kaderpersoneel.
— (Luc Leclercq, « Het 3de Bataljon Parachutisten in Afrika: de vorming van het 323ste Bataljon Commando van de Democratische Republiek Congo », Belgisch Militair Tijdschrift / Revue militaire belge, juin 2014, page 64)- La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
Synonymes
Taux de reconnaissance
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,1 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation
- (Région à préciser) : écouter « onderbreken [Prononciation ?] »
Références
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal [≈ Reconnaissance du vocabulaire des Néerlandais et des Flamands 2013 : résultats de la grande enquête nationale sur les langues], Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 pages. → [archive du fichier pdf en ligne]