wier

Ancien français

Verbe

wier *\Prononciation ?\ transitif (voir la conjugaison)

  1. Variante de guier.

Références

Adjectif

wier \Prononciation ?\ transitif (voir la conjugaison)

  1. Hier
    • wier yaa mon vékwɛkayi
      Hier était son anniversaire

Néerlandais

Étymologie

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Nom commun

Nombre Singulier Pluriel
Nom wier wieren
Diminutif wiertje wiertjes

wier \wir\ neutre

  1. (Botanique) Algue.
    • Den zelfden dag vischten wij van een voorbij vlietend, naar een drijvend eiland gelijkend, wierveld een gedeelte op. De bladeren van het wier waren ongeveer vier oude ellen' lang, en zoo breed als eene volwasfen menfehenhand.  (P. Troost GZ, Aanteekeningen gehouden op eene reis om de wereld, De Weduwe J. Allart, 1829, page 103  lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • De Noordzee is geen gemakkelijke omgeving om wieren te kweken, maar het is wetenschappers aan de Universiteit van Gent gelukt om op grote schaal wieren te kweken zonder dat ze wegdrijven.  (« Voor het eerst gekweekt zeewier uit onze Noordzee: "Gezond, maar duurt nog jaren voor het in de winkel ligt" » sur vrt.be, le 19 mai 2021  lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • Op 30 april 2022 werden in de Oosterschelde nabij Goes de eerste exemplaren gevonden van een voor ons land nieuw roodwier. Dit kreeg de naam Stomp rendiergeweiwier. In juli werd de soort wat verder noordwestelijk gevonden. De vraag is hoe snel dit wier zich verspreidt en of het op meer plekken voorkomt.  (Stichting ANEMOON, « Een nieuw zeewier: Stomp rendiergeweiwier » dans Nature Today, le 11 décembre 2022  lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Synonymes

Prononciation

Voir aussi

  • Wier sur l’encyclopédie Wikipédia (en néerlandais)