sluiten aaneen
Néerlandais
Forme de verbe
sluiten aaneen \Prononciation ?\
- Première personne du pluriel du present de aaneensluiten.
- Deuxième personne du pluriel du present de aaneensluiten.
- Troisième personne du pluriel du present de aaneensluiten.
sluiten aaneen \Prononciation ?\