gehalte
Néerlandais
Étymologie
- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun
gehalte \Prononciation ?\ neutre
- Valeur, mérite, qualité.
een roman van hoog gehalte
- un roman de haute qualité
- (Sens figuré) het is van goed / slecht gehalte
- c’est de bon / mauvais aloi
- (Métallurgie) Titre, aloi.
gehalte aan edel metaal
- titre (en métal noble)
- (Pourcentage) Teneur.
- Exemple d’utilisation manquant. (Ajouter)
Synonymes
- valeur
- titre
- titer
- teneur
Dérivés
- alcoholgehalte
- bloedsuikergehalte
- cholesterolgehalte
- gehalteteken
- goudgehalte
- ijzergehalte
- koolstofgehalte
- loodgehalte
- muntgehalte
- octaangehalte
- suikergehalte
- teergehalte
- vetgehalte (teneur en matière grasse)
- waarheidsgehalte
- zilvergehalte
- zoutgehalte
- zuurgehalte
- zuurstofgehalte
Taux de reconnaissance
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,1 % des Flamands,
- 99,0 % des Néerlandais.
Prononciation
→ Prononciation manquante. (Ajouter)
- (Région à préciser) : écouter « gehalte [Prononciation ?] »
Références
- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal [≈ Reconnaissance du vocabulaire des Néerlandais et des Flamands 2013 : résultats de la grande enquête nationale sur les langues], Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 pages. → [archive du fichier pdf en ligne]