aardbeijam
Néerlandais
Étymologie
Nom commun
aardbeijam \Prononciation ?\ masculin
- (Rare) Confiture de fraise.
- De kinderen vroegen fluisterend om boter en aardbeijam maar gilden vol overtuiging: [...]. — (« Samen grote vakantie, ja gezellig », dans NRC, 4 septembre 1964 [texte intégral])- La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
 
 
Variantes orthographiques
- aardbei-jam (Orthographe de 2006)
Synonymes
- aardbeienjam (Plus courant)