Amsterdám

Voir aussi : Amsterdam, Ámsterdam

Néerlandais

Forme de nom propre

Amsterdám \Prononciation ?\

  1. Forme emphatique de Amsterdam.
    • […] Maar dan komen die grote zuigers – nee, luister nou effe – dan komen die zuigers en dan – haha! – wordt dat zand mét die as dus opgezogen, over het Noordzeekanaal vervoerd en dan uiteindelijk weer uitgespuugd in Amsterdám […]  (« Natte dromen », dans HP/De Tijd, 19 septembre 2010 [texte intégral])
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)